De loopbaan van Rob Jansen begon bij zijn huidige werkgever: PwC. Het is de plek waar hij 22 jaar geleden zijn afstudeerscriptie schreef en waar hij carrière maakte. Inmiddels is hij al ruim acht jaar Senior Manager, binnen het team voor vastgoedadvies. Ik leerde hem kennen toen ik zelf bij PwC werkte (in het team Inclusie & Diversiteit) en hij voorzitter was van het Ability-netwerk, het personeelsnetwerk voor mensen met een arbeidsuitdaging.
Soms ontmoet je mensen die indruk op je maken. Rob is zo iemand. Hij lacht veel en vertelt enthousiast. En hij maakt zich sterk voor inclusie van mensen met een arbeidsuitdaging. “De afgelopen vijf jaar zijn er bij PwC grote stappen gezet. Ik ben echt trots op deze organisatie”, zegt hij. Inmiddels heeft hij het stokje van het voorzitterschap overgedragen.
Rob woont in de buurt van Den Bosch, ik in Deventer, dus onze afspraak is online. Bij het gesprek is een schrijftolk aanwezig. Dat scheelt mij energie én het is vooral makkelijk bij het uitwerken van dit interview. Rob belt vanaf zijn iPhone en gebruikt de schrijftolktekst niet. Als hij spreekt valt zijn Brabantse tongval op. “Op mijn werkplek, in Amsterdam, versta ik mensen vaak beter – in mijn persoonlijk leven hebben veel mensen een Brabants accent en dat is wat minder duidelijk.”
PwC is een internationale organisatie. Rob vergadert dan ook veel in het Engels. Hij moet regelmatig beeldbellen. Dat doet hij via Google Meet, waarbij hij de automatische transcriptie aanzet. “Met hoortoestellen gaat mijn spraakverstaan richting 85%. Ik gebruik de automatische transcriptie voor een extra steuntje in de rug. Op het werk gaat het vooral over vaktechniek, dan kan ik met mijn ervaring en hersenen die overige 15% wel invullen.”
Rob heeft naast zijn slechthorendheid ook tinnitus (oorsuizen) en hyperacusis (overgevoeligheid voor geluid). “Als ruimtes druk zijn, bijvoorbeeld bij grote seminars op de vakbeurs, is dat voor mij bijna niet te doen. Onlangs was er een vastgoedbeurs in de RAI in Amsterdam. Dat is dan een hele middag. Ik doe dan oordoppen in en blijf er maar kort. Ik plan daaromheen wel lunches met klanten. Ik reserveer dan in restaurants waarvan ik weet dat ze rustig zijn. Zo kan ik op zo’n vastgoedbeurs in kleiner verband toch netwerken.”
Rob gaat nooit alleen naar klanten. “Dat is ook wel gebruikelijk binnen onze teams. We leiden steeds nieuwe mensen op. We werken altijd in tandems. Voor mij is dat ook fijn, als ik het niet verstaan heb, dan is er altijd een collega die weet wat er gezegd is. Het is uniek hoe mijn collega’s doordrongen zijn van mijn gehoorbeperking. Soms nemen ze een gesprek over of herhalen ze een vraag voor mij, als ze doorhebben dat ik het niet versta. Het gevaar schuilt ‘m erin dat als ik honderd vragen op een dag krijg, ik soms denk dat ik een vraag goed heb verstaan, terwijl dat niet zo is.”
Hij is al vanaf jonge leeftijd slechthorend. “Sinds de basisschool weet ik dat ik slechthorend ben, dat ik geen hoge tonen kan horen. Dat was toen een verlies van 80 decibel, nu is het 105 decibel. Hoortoestellen hadden geen zin. Ik was ook niet bezig met mijn gehoorverlies. Ik dacht gewoon dat het zo hoorde.”
“Dat veranderde op de derde dinsdag van november 2004. Ik werd wakker en mijn oor suisde. Toen wist ik dat het erger was dan ik altijd had gedacht. Ik realiseerde me dat het niet normaal was dat ik bepaalde dingen niet kon horen. In het begin wist ik niet hoe ik ermee om moest gaan. Ik concentreerde me in mijn werk op de inhoud, zodat ik niet hoefde te communiceren. Ik vroeg niet om hulp. Het heeft na 2004 denk ik wel tien jaar geduurd voordat ik het echt accepteerde.”
“Ik ben anders gaan werken. Soms schrap ik op maandag al afspraken uit mijn agenda, zodat ik genoeg energie overhoud voor de rest van de week. Ik denk niet één stap, maar drie stappen vooruit. Voor deze interviewafspraak heb ik interne overleggen met mijn collega’s verplaatst. Dat vindt niemand dan een probleem. Dat is geweldig.”
“Ik heb enorm veel geluk dat ik bij PwC werk. De omgeving is de laatste jaren nog diverser, maar ook inclusiever geworden. Voor mij is het altijd een veilige werkomgeving geweest. De bottleneck lag vaker bij mij dan bij PwC. Ik heb altijd extreem veel vrijheid gehad. Doordat ik op de inhoud goed was en stappen op de carrièreladder kon maken, had ik ook meer vrijheid om te kiezen welke klussen ik aanneem. Zo passen projecten waarin verschillende landen samenwerken en er langdurige communicatie in het Engels is, minder goed bij mij. Dan is het beter als een collega dat doet.”
“Ik heb veel bestaande klantrelaties. Zij weten dat ik niet goed hoor. Ik kan tegen hen en tegen mijn collega’s als grapje zeggen: ‘Als ik een dom antwoord geef, heb ik je niet verstaan. Dan moet je het maar even herhalen’. Dat weten ze. Ik heb back-up van collega’s, klanten en ons managementteam. Die drie-eenheid is voor mij veel belangrijker dan solo-apparatuur.”
“PwC heeft ook mijn hoortoestellen vergoed, die vielen buiten de categorieën van de zorgverzekeraar. Iemand anders heeft een bepaalde stoel, sta-bureau of software nodig, ik hoortoestellen. Zo wordt daar bij PwC over gedacht. Part of the deal.”
“Mijn afspraken met klanten zijn bij voorkeur in de ochtend. Mijn klanten in Amerika kunnen vanwege het tijdsverschil in de middag bellen. Als ik in de middag vergaderingen heb, dan doe ik in de ochtend inhoudelijk werk. Zo houd ik energie over voor de gesprekken in de middag. Mijn hyperacusis maakt dingen soms wel lastig. Als er in de kantine per ongeluk iemand een mes laat vallen, dan krijg ik daarvan pijn in m’n oren en versterkt dat mijn tinnitus. Dat weet je niet van tevoren en dan moet je goochelen met je agenda.”