Halverwege mijn presentatie steekt een vrouw haar hand op. “Sorry dat ik je onderbreek”, zegt ze. “Maar zou je misschien deze willen gebruiken?” Ze houdt een microfoontje met een lus omhoog. “Natuurlijk”, zeg ik, en pak de zender van haar aan en hang ‘m om mijn nek. “Heel goed dat je het aangeeft.”
Het gebeurde afgelopen donderdag (23 juni) tijdens de bijeenkomst Slechthorend in een horende werkomgeving van Werkpad. Ik vertelde daar aan andere slechthorenden hoe ik met mijn slechthorendheid om ga in werksituaties.
De deelneemster die mij vroeg de microfoon om te hangen, vertelde daarna dat ze dit advies had gekregen van haar coach en dat ze bij deze bijeenkomst voor het eerst die tip opvolgde.
Drempel
Soms moet je een drempel over, om die extra aandacht voor jezelf op te eisen. Dat is niet altijd makkelijk. En hoewel ik al een lange hoorreis achter de rug heb, blijft dat ook voor mij soms lastig.
Dat bleek ook donderdagmiddag, toen ik na mijn presentatie in gesprek ging met twee van mijn collega’s, die speciaal hiervoor naar Utrecht waren gekomen. Voor een publiek gingen we samen in gesprek onder leiding van Marja de Kinderen.
Bescheiden
Het werd een bijzonder en open gesprek over hoe ik mijn slechthorendheid op het werk ervaar en hoe zij het werken met mij ervaren. En daaruit bleek ook: ik mag me wat minder bescheiden opstellen. Op dit moment zet ik bij onze teamvergaderingen geen schrijftolk in, en de vergaderingen worden niet strak voorgezeten. Terwijl ik met mijn slechthorendheid eigenlijk wel behoefte aan heb.
Dat we nu zo werken heeft verschillende redenen, maar het gesprek heeft mij en mijn aanwezige collega’s wel aan het denken gezet. We zullen opnieuw moeten kijken naar wat voor ons gezamenlijk werkt. Ik zal die drempel over moeten en soms moeten zeggen: “Sorry dat ik je onderbreek, maar zou je misschien…”
Fijne werkweek!
Stan